Fabulous 4 on tour 2018

Fabulous 4 on tour 2018

zondag 21 oktober 2007

Ank en Ben in the outback part 2


Uluru was het hoogtepunt, maar op een heel andere manier dan ik mij vooraf had voorgesteld. Voor mij was zij (ik denk dat zij vrouwelijk is, Nienke zal dit zeker met me eens zijn) een vreemde klomp rode zandsteen in een hele grote vlakte. Een soort kers op een bakje appelmoes bij Van de Valk. Vreemd, hoe kan in dit bijna volledig vlakke continent plotseling een rode klomp ontstaan. Of misschien wel: hoe kan een heleboel rode zandsteen weg eroderen, terwijl deze rode dame in al haar glorie overeind blijft?
Maar dit geologische aspect blijkt helemaal niet belangrijk, als je in werkelijkheid met de dame geconfronteerd wordt. Dit is een heilige plaats. Dat wisten we al, maar nu verandert het weten in voelen. Als we na een gedeeltelijke beklimming wat zitten na te denken, overvalt mij de vreemde tegenstelling: hoe kan het dat dit volk nauwelijks serieus genomen wordt, terwijl hun heilige plaatsen door bijna iedere bezoeker als imponerend en heilig worden ervaren.
Vanaf het moment dat Uluru ontmoet hebben blijft dit vraagstuk ons bezig houden. Je voelt gewoon aan dat dit volk net zo imponerend is als hun heilige plaatsen. Maar op de een of andere manier maken de meeste van de vertegenwoordigers die wij ontmoeten, niet die indruk. Ze leiden in onze ogen een erbarmelijk bestaan. Tijdens het diner gisteravond in het restaurant van Alice Springs Resort komen we tot een voorlopig standpunt: hun cultuur is niet te verenigen met die van ons. De Aboriginals die het in onze ogen redelijk tot goed doen, hebben zich aangepast aan onze, dominante cultuur. Dominant, omdat die van hen erdoor wordt weggevaagd. Een steeds kleiner wordende groep leeft nog op hun oorspronkelijke manier in de bush. Die groep ontmoeten wij niet. Wij ontmoeten alleen de (gedeeltelijk) aangepaste mensen. Misschien kom je wel in een soort niemandsland door je aan te passen, in iets dat lijkt op een vereniging van het slechte van twee werelden.
Wij bezochten prachtige plekken met overweldigend natuurschoon. Ontmoetten prachtige vogels die niet schuw zijn. Wij zagen en hoorden de Dingo. Hun huilen lijkt op een combinatie van huilen van kinderen en het fluiten van vogels. Kangeroes die redelijk goed te benaderen zijn, als je de kunst van het benaderen verstaat. Maxim is er een meester in. Wilde kangeroes lijken bijna even nieuwsgierig als wij. Palmen die groeien op een plek waar dat alleen mogelijk is door de bescherming van loodrechte rotswanden aan twee zijden (een moeizame beschrijving van een kloof of gorge). De zandrotsen werken als een voorraadschuur voor water dat erin wordt opgezogen in schaarse natte tijden en spaarzaam wordt afgegeven in langdurige droge tijden.
Maar al dat moois is goed verstopt, op afgelegen, nauwelijks bereikbare plekken. Alleen te bereiken via bijna ontoegankelijke karresporen of droogstaande rivierbeddingen. En dan komt er een nieuw aspect aan de orde. Het bereiken van het nauwelijks bereikbare. Het begaan van het nauwelijks begaanbare.
Mike heeft het in haar blog over de stoere jongens prestaties. Maar het is meer. Het plezier, dat onmiskenbaar in grote hoeveelheden aanwezig is, zit hem in het samenspel van barre, onbegaanbare omstandigheden, machtige voertuigen en het beheersen ervan door behendig ontwijken, benaderen, inschatten, opvangen, bijsturen, remmen, versnellen, schakelen en vooruitzien. Kortom: een samenballing van wat we tegen komen in het dagelijkse leven, maar dan in grote proporties in zeer korte tijd. En ja, het is waar, wij jongens houden hiervan! Wij konden er bijna geen genoeg van krijgen. Wij zochten de spectaculairste afdalingen en beklimmingen op en legden elkaars prestaties vast op video. Niet om er mee te pronken (zo zijn wij niet, natuurlijk), maar om er later opnieuw van te kunnen genieten! Hierover willen Maxim en ik geen misverstanden laten ontstaan!
Gisteren hebben we elk ’ons’ beest ingeleverd. Beesten van wagens, die soms het beest in ons hebben wakker gemaakt. Ingeleverd met weemoed? Jazeker! Maar ook met voldoening. We hebben ruim 4000 kilometer gereden. We zijn overal gekomen waar we wezen wilden. De meest onherbergzame tocht door de rivierbedding naar Palm Valley, op het heetst van de dag (37 graden minstens) en geen enkel effect op de koelwater temperatuur! Met respect kunnen we spreken van Machtige Machines!
Op weg naar de verhuurder valt mij op hoe de motor op de asfaltweg ook beschaafd kan zoemen als een naaimachine. Deze kant van zijn karakter hadden wij nog nauwelijks ervaren. Het grootste gedeelte van de reis werd gekenmerkt door gorgelende motoren (of was het het draaikolkje in de tank) en een rammelende carrosserie. Kortom: net het gewone leven!
Hartelijke groet, Ben

Geen opmerkingen: